Lely bakkerscarrier

Geachte redactie,

Voor een tijdje terug ben ik in het bezit gekomen van een bakfiets.
Fabrikaat Lely Den Haag  en het betreft een zgn. bakkerscarrier.
De bakfiets is uitgerust met een JLO motor FM48E.

Na enig speurwerk op het internet, komen er toch een paar vragen bij mij op.
In de oude brochures die ik op het internet kan vinden, zie ik géén enkel model van mijn bakkerscarrier, uitgerust met een JLO FM48E  motor. De extra framebuizen over het achterspatbord duiden op een carrier uit de jaren ’60 , terwijl het JLO motortje volgens mij niet langer ná 1960 gebruikt werd.

Ook ben ik nieuwsgierig naar de biezen op de spatborden. Zijn deze in de kleur goud? Zijn het enkele of dubbele biezen? Hoe breed zijn de biezen?
Zitten er ook biezen op het kettingscherm links en rechts?

Ik heb hem nu bijna helemaal gedemonteerd en zie dat de steekassen vervangen dienen te worden (lagerschalen en de schroefdraad naar de bliksem).

Kunt u mij helpen aan de antwoorden op mijn vragen?

Met vriendelijke groeten,

Charles Beijen

Bornerbroek

Bandennood

Zoals algemeen bekend was er tijdens de Tweede Wereldoorlog een grote rubber schaarste. Hoe dat nou precies zat was mij nog niet veel van bekend. In ieder begonnen de problemen met rubber invoer al in 1939, en werd het Rijksbureau voor Rubber opgericht om de bandenhandel te reguleren. In het vakblad “De Rijwielhandel” blijkt dat na de inval van Duitsland, direct een verbod volgt op de handel in petroleum en banden voor auto’s en motoren. Dit resulteerde aanvankelijk en een grote toename aan aanschaf van rijwielen. Maar in 1942 wordt de bandenschaarste zo groot, dat allerlei noodmiddelen worden geraadpleegd om rijwielen nog op de weg te houden. Dit blijkt ook uit de advertenties in “De Rijwielhandel” in 1942:

En deze uit 1943:

Voorbeeld van zulke houten bakfietswielen is hier te vinden.

Verder hield men zich gaande door handel in vulcaniseer apparaten om banden te repareren, moffelen van fietsen, slijpen van naafonderdelen etc. Hieruit blijkt dat de rijwielproductie en -handel in die tijd volledig stil was komen te liggen, en dat men op die manier nog probeerde brood op tafel te krijgen.

Verder in 1943 worden de publicaties van het vakblade “De Rijwielhandel” wel heel summier, en verdwijnen alle advertenties, en in 1944 en 1945 tot het einde van de oorlog zijn geen uitgaven meer van het blad.

Dit begint weer enkele maanden na de bevrijding, waarbij vele fabriekanten laten weten dat ze nog bestaan en weer gaan opstarten, zoals hieronder Roelofsen en van der Wiel (Standaard/Roelewiel):

In 1946 komt de handel in nieuwe banden weer op gang:

Tot en met 1948 lijkt er nog maar zeer beperkt aan rijwielen geproduceerd te worden, en verkopen de meeste rijwielproducenten importrijwielen uit Engeland, Frankrijk etc. Ook blijven banden nog schaars, waardoor zelfs in 1947 nog steeds geadverteerd wordt voor houten bakfietswielen:

10 februari 1948 is de ratsoenering van rijwielen en rijwielbanden opgeheven.

P.s. nog een mooi voorbeeld van een binnenband uit de jaren ’40 van Ronald, die bijna uit meer plakkers dan binnenband bestaat: