Doortrapnaven

Bij doortrapnaven zit het tandwiel vast op de naaf, waardoor de cranks altijd meedraaien met het wiel. Dus geen rem en geen vrijwiel. Veel transportfietsen tot in de jaren ’50 waren uitgevoerd als doortrapper, gewoonweg omdat dat veel goedkoper was. Zo’n doortrapnaaf kostte f1,00 a f1,50, terwijl een Fichtel & Sachs Torpedo remnaaf zo’n f6,00 kostte in de jaren dertig. Een komplete transportfiets was toen zo’n f70,00, dus dat was een aanzienlijk deel van de totale kosten. Dat verschil in kosten is niet zo vreemd, als je het aantal onderdelen vergelijkt. Een doortrapnaaf is niet meer dan een voornaaf met draad en een borgring.

Er waren verschillende modellen doortrapnaven. In mijn verzameling heb ik een aantal vernikkelde exemplaren van het Duitse buisvormige model.

De naven zijn van boven naar onder:
– een ongemerkte toerfiets model
– een Fichtel & Sachs toerfiets model uit 1934
– een Fichtel & Sachs transport model uit 1929

Wat maakt de onderste nou een transportmodel? Dat is de kettinglijn. Die is gemeten tussen het midden van de naaf, en het midden van het tandwiel. Bij toerfietsen is dat 38mm, en bij transportfietsen ongeveer 44mm.

Omdat bij transportfietsen de trapas langer is, moest de naaf breder zijn uitgevoerd, zodat het kettingwiel en achtertandwiel zich in het zelfde vlak bevinden, en de ketting dus recht loopt. Dit was overigens bij transportfietsen met remnaven vaak niet het geval, aangezien daar meestal gewoon een toerfiets model remnaaf werd geinstalleerd. Daar loopt de ketting dus iets minder vloeiend.

Naast het verschil in kettinglijn zijn er eigenlijk geen duidelijke verschillen. De spaakgaten bij de Fichtel & Sachs toer en transport zijn beide 2,3mm (bij de onbekende toer 3,0mm), de assen zijn even dik en de inbouwbreedte zit ook geen eenduidigheid in:
– de onbekende toer: 122mm
– Fichtel & Sachs toer: 107mm
– Fichtel & Sachs transport: 114mm
Wel staan de spaakflenzen bij het transport model iets verder uit elkaar, namelijk 58mm t.o.v. 54mm bij het toerfiets model.

Een manier waarop je snel een toer of transport model herkend is de afstand tussen de spaakflens, en de flens waar het tandwiel tegen aan rust. Die is bij de transportversie zichtbaar groter:

Een reden waarom ik speciaal ook zoek naar bestaande Fichtel & Sachs doortrapnaven is om te kijken of je ze kunt dateren. Dat kan heel goed, mits de originele conussen en assen er nog in zitten. Fichtel & Sachs sloeg daar namelijk het jaartal in.

Bij mijn jaren ’20 transportfiets waren de as en conussen helaas ooit al vervangen, dus ik hoopte dat aan de hand van de stijl van het arend logo de naaf dateerbaar zou zijn. Bij Torpedo naven veranderde die namelijk minstens eens per jaar tot in 1929 het logo kwam met dubbele cirkels om de arend, zoals ook bij het toer model uit 1934:

Tot die tijd werd minstens eens per jaar bij Torpedo naven de stempel opnieuw gemaakt vanwege de verandering van het jaartal, of andere delen van de tekst. En blijkbaar was de exacte stijl van de arend niet belangrijk, want die veranderde met iedere nieuwe stempel. Zie hier wat voorbeelden op Torpedo remnaven (van links naar rechts 1909/1910, 1915, 1924, 1928):

Let vooral ook op de rangschikking van de veren. Torpedo naven zijn makkelijk te dateren, omdat ook op de huls het jaartal staat ingeslagen (en ook de meeste interne onderdelen).

Mijn eerste gedachte was dat bij een logo zonder cirkels, de naaf in ieder geval zeker van voor 1929 moest zijn. Helaas blijkt dat niet te kloppen voor doortrapnaven, aangezien het arend logo zonder cirkels dus ook op de doortrapnaaf uit 1929 staat. Dan heb ik ook nog geen exact eind jaar voor dat logo. Behalve in ieder geval zeker voor 1934, want de toer naaf heeft wel het nieuwe logo.

De stijl van de arend is op de naaf uit 1929 identiek aan die op mijn transportfiets. Of en wanneer die precies veranderde is niet bekend. Op afbeeldingen van folders uit de jaren ’10 zie je duidelijk een andere stijl arend. Ik heb de stijl van de arend op veel Torpedo naven vergelijken, en de arend op de doortrapnaaf lijkt kwa stijl het meest op de arend bij Torpedo naven vanaf 1924. Van 1924 zijn overigens meerder varianten logo’s op Torpedo naven, de bovenstaande is een van de andere. Zie meer voorbeelden op Scheunenfun.de.

De arend op de doortrapnaaf uit 1929:

En die op de doortrapnaaf van mijn jaren ’20 transportfiets is identiek:

Dus zo’n naaf op basis van de stijl van de arend alleen zou ik nu dateren tussen 1924 en 1929, mogelijk nog iets later. En daarmee is de datering van mijn jaren ’20 transportfiets helaas wat ruimer geworden. Mocht iemand nog Fichtel & Sachs doortrap- of voornaven uit de periode 1930 – 1933 hebben, dan hoor ik het graag welk logo erop zit. En ook van oudere naven. Ieder gedateerd exemplaar kan weer helpen om nauwkeuriger te dateren aan de hand van deze naven.

Nog een foto van de naaf kompleet met tandwiel en bijgevoegd opstapje:

P.s. helaas bij het maken van deze foto kwam ik er achter dat deze naaf niet bruikbaar is. Er zit een andere, kleinere maat schroefdraad op, waardoor de tandwielen niet vast gezet kunnen worden. Normaal is dat 34,9mm, maar bij deze 33,5mm. Het lijkt erop dat er een nieuwe, kleinere schroefdraad op getapt is. Wie een oplossing weet om deze naaf ooit bruikbaar te maken, ik hoor het graag!

Jeroen

Transportfiets met bijzonder kettingwiel

Deze transportfiets is recent door iemand aangeschaft op de facebook groep van De Oude Fiets. Hij is uitgerust met een bijzonder kettingwiel. Herkent iemand deze, en/of weet iemand wat voor merk en ouderdom deze fiets zou kunnen zijn? De voordrager lijkt in ieder geval eind jaren ’30.

Typisch is ook de balhoofdbuis uit een stuk:

Framenummer waarschijnlijk 101215 :

Zeer oud transportfiets frame van Rob

Deze stond eerst te koop op MP als groen bemost ‘tuinornament’ (zie https://www.transportfiets.net/2018/05/30/jaren-20-transportfiets-op-marktplaats/).

Toen heb ik ‘m aan me voorbij laten gaan, maarde nieuwe eigenaar zag opknappen toch niet zitten omdat alle onderdelen doorgeroest en/ of niet origineel bleken te zijn. Dus kwam de fiets al vrij snel, zij het grotendeels gestript, weer op MP en toen kon ik me niet langer beheersen.

Dat dit frame zeer oud moet zijn is te zien aan de gesoldeerd achterpadden en ook de bovenste ogen van de staande achtervork zijn ingesoldeerd.

Prachtige constructie, die in de jaren 20 snel verdwijnt omdat fietsen dan steeds goedkoper geproduceerd worden en die je dan alleen nog maar bij de duurste fietsen van de sjiekste merken ziet (zie http://rijwiel.net/indust3n.htm). Dus niet op een transportfiets zou je zeggen. Maar transportfietsen waren in de begindagen nog relatief duur. Pas na 1920 is er sprake van een flinke prijsval. Ik vermoed dan ook dat dit frame misschien wel van vóór 1920 is, maar wat het merk zou kunnen zijn….? Het frame is overgeschilderd, originele lak is niet meer aanwezig, dus geen transfers en ook geen gaatjes voor een balhoofdplaatje. Dateerbare onderdelen zijn er niet, alleen het balhoofd lijkt me wel origineel. En misschien de zadelpen, maar daar valt niet zoveel aan te ontdekken. Ook het crankstel zou nog origineel kunnen zijn, maar daar staan geen nadere merktekens op en bovendien is het niet meer bruikbaar; het compleet versleten kettingwiel is aan de rechtercrank vast gelast en van de linkercrank is het asgat wanstaltig uitgelubberd.

Er zijn nog wel een paar aanknopingspunten voor een identificatie, te beginnen met het framenummer: links op de zadellug, van onder naar boven 16353.

Op de andere zijde van de zadellug is ‘24’ ingeslagen, waarschijnlijk de framemaat, 24 inch = 61 cm.

Heel apart zijn op de balhoofdbuis een kroon met daaronder ‘W F ‘en ‘122’ ingeslagen. Omdat deze wat onregelmatig zijn ingeslagen denk ik dat dit een latere toevoeging is, mogelijk is het een bedrijfsfiets geweest?

Opvallende details zijn verder het balhoofd, voor een standaard 1 inch vorkbuis maar wel sterk verbreed en voor dikke 3/16 kogels. De balhoofdbuis is dan ook smal, maar aan de binnenzijde versterkt, net als de vorkbuis. De vorkkroon is helemaal vlak aan boven- en onderzijde, de uiteinden van de vork zijn platgeslagen buis met een extra ingesoldeerd plaatje ertussen.

Het brackethuis is voor een BSA as met trekbouten aan de voorkant, de thompson cups zijn van later en hebben hopelijk het schroefdraad niet te veel beschadigd.

Tot slot zijn aan de achterzijde van de zitbuis twee ‘tepels’ gesoldeerd, waarvan ik denk dat het afgebroken pomphouders zijn, met een tussenafstand van 44,5 cm. Kan iemand op basis van deze details het merk en het bouwjaar herleiden?