Transportfiets met ingesoldeerde achterpadden van David

Een oude bekende op de site, die al wat gedaantewisselingen is ondergaan en door verschillende handen is gegaan sinds hij voor het eerst in 2010 op de site verscheen. De fiets is nu in bezit van David. Het frame is vrij waarschijnlijk jaren ’20, met ingesoldeerde achterpadden, BSA type trapas waarbij de cups met spieën aan de voorzijde zijn vastgezet. Ik ken maar drie transportfietsen met een dergelijk trapashuis, waaronder die van mij en van Ronald. Het frame van de fiets van David komt echter in meer details met die van mij overeen, zoals het balhoofd uit losse lugs. Goede kans dus dat beide frames uit dezelfde fabriek afkomstig zijn. Aan de fiets van David is wel vrijwel alles vervangen. Maar alsnog een interessante fiets met een lang verleden.

Simplex van Abram van rond 1940

Weer een nieuwe aanwinst van Abram. De transportfiets viel op door het type kettingwiel, dat lijkt op het model dat door verschillende merken zoals Germaan in de jaren ’20 werd gebruikt. Dit kettingwiel blijkt helaas niet origineel en ook geen transport.

Het frame blijkt een Simplex te zijn, te zien aan de verdikking van de balhoofdbuis onder en boven.

Er zit een gaatje bij de balhoofdbuis, wat doet denken aan een stuurslot, maar dat blijkt niet het geval. Er zit ook een gaatje bij de zadellug, dus dit is waarschijnlijk gebruikt om er een reklame bord of iets dergelijks op vast te zetten.

Het framenummer is 306463. Dat betekent een bouwjaar van rond 1940 (=/- 1 jaar).

Het aparte is, hij heeft nog wel ingesoldeerde achterpadden:

Er was ook al een Simplex bakfiets bekend uit 1941 met ingesoldeerde achtpadden. Ik heb wel minstens een andere Simplex transportfiets gezien die waarschijnlijk uit de jaren ’30 stamt, maar zonder ingesoldeerde achterpadden. Die heeft echter helaas een 5 cijferig framenummer, en die framenummer reeksen zijn moeilijk te dateren bij Simplex. Tot dusver was bekend dat Simplex tot ongeveer 1931 nog ingesoldeerde achterpadden gebruikte bij rijwielen, maar niet later. Dat blijkt dus niet het geval te zijn.

Volgens Abram is de fiets vrij licht voor een transportfiets. Dat doet vermoeden dat het mogelijk geen echte transportfiets is, maar een model dienst. Simplex produceerde die ook met dubbele bovenbuis. In de folder uit 1925 staat zo’n model dienst. Daarna wordt die niet meer in de folders weergegeven, maar werden ze volgens Herbert nog steeds geleverd o.a. aan de politie. Maar of dit een model dienst is, wie zal het zeggen?

Nog wat verdere details:

W.K.C. van Ronald

Zojuist stond er een W.K.C. transportfiets op marktplaats, te herkennen aan het typerende kettingwiel:

W.K.C. transportfietsen werden tot 1926 geimporteerd door Juncker, en daarna tot 1929 door A. Druyf & Co. (Maxwell) en De Vrieze & Co.

Er was eerder een exemplaar gevonden, ook met ingesoldeerde achterpadden, maar die bestaat helaas niet meer. Nu is er gelukkig toch weer een ontdekt.

Typisch herkenbaar aan deze fiets is het crankstel, wat een semi-klokkenlager betreft. De echte Duitse klokkenlagers (of glockenlager) hebben geen spie verbinding, maar deze wel. Hij heeft wel de vaste belvormige stofkappen aan de cranks waarnaar het type is vernoemd.

En zo heeft de fiets er oorspronkelijk uitgezien (advertentie van A. Druyf & Co. uit 1927):

De fiets is nu in het bezit van Ronald (Gouda), die erover vermeldt:

De fiets staat inderdaad in mijn schuur,hij heeft een zwaar leven gehad. Achterpadden zijn ingesoldeerde massieve plaat. Ik stuur nog 2 foto’s. Als ik tijd heb zal ik de fiets eens aan een onderzoek onderwerpen. Alles lijkt in de loop van de tijd vervangen op het balhoofd na, dat ziet er nog strak uit.

Het kettingwiel:

Ingesoldeerde achterpad:

Het framenummer:

Hier is een grafiek te vinden voor Patria/W.K.C. rijwielen. Echter als je die aanhoudt, dan kom je rond 1940 kwa bouwjaar. Dat kan niet kloppen, want deze fiets is veel ouder dan dat. Mogelijk had W.K.C. een andere framenummer reeks voor het eigen merk Patria, dan voor de export fietsen. Helaas betekent dat dat de exacte datering niet via het framenummer te achterhalen is, en of deze door Juncker of later door A. Druyf of De Vrieze is geimporteerd.

Tweede Göricke van Charles, uit 1924

Eerder in bezit van Ronald, zie Transportfiets met ingesoldeerde achterpadden van Ronald. Inmiddels is Charles de eigenaar. En het is duidelijk geworden dat het frame afkomstig is van een Göricke en gedateerd via framenummer (713195, zie http://www.tilman-wagenknecht.de/nummern/goericke.pdf) tot 1924. Kenmerkend voor Göricke zijn bijvoorbeeld het trapashuis, waarin een normale toerfiets maat trapas in past (cups 40mm, breedte trapashuis 70mm). Hij is ook zeker niet van voor 1924, want toen werd dit type transportfiets door Göricke geintroduceerd met uitwendige lugs, in tegenstelling tot de inwendige, onzichtbare verbindingen bij de oudere Göricke van Sjoerd.

Charles heeft het volgende werk gedaan:

Het balhoofd ziet eruit alsof het 1 1/8″ is, maar het is 1″.

Renold The Coventry (ketting) op F&S (tandwiel).

Acht en veertig tanden.

De bovenste buis was krom.

Een mooie deuk is niet lelijk.

Achternaaf STYRIA.

De cranck zit te dicht op het trapashuis.

Vernikkelde trapas van Gerkinet: 16mm dik en 136mm lang.

Voornaaf van onbekend merk. Wel met geschroefde stofkapjes.

De Göricke uit 1924 is weer recht.

En het rek zit er ook weer op.

De pedalen worden vervangen door die van Göricke en de spatborden moeten nog worden gemonteerd. Als ik het voor elkaar krijg om een beugel te maken, zet ik er een pistool model kettingscherm van Roelewiel op. Er is een dynamo, maar nog even geen koplamp.

Charles

Transportfiets met ingesoldeerde achterpadden van Ronald

Dit is niet die fiets die net op marktplaats stond, maar eentje die Ronald kortgeleden had aangeschaft. De fiets heeft ingesoldeerde achterpadden, dus vrij waarschijnlijk jaren ’20. Helaas bleek dat vrijwel alles aan de fiets ooit al eens is vervangen.

De voordrager is een Simplex van na de oorlog. Ik zie die voordragers vrij vaak op niet-Simplexen, dus ik vermoed dat ze ook los te koop waren.

Ingesoldeerde achterpadden:

Framenummer:

Het crankstel heeft een X-patroon kettingblad. Die zijn al minstens sinds begin jaren ’20 in gebruik, dus zou origineel kunnen zijn:

De trapas is een na-oorlogs verchroomd type:

De voornaaf is een verchroomd exemplaar, ook na-oorlogs, van het merk British Hub als ik me niet vergis:

De achternaaf is een Fichtel & Sachs Torpedo uit 1933:

De as uit de achternaaf is uit 1950:

Wery pedalen (zie ook “Lucas” transportfiets van Abram, deel 1):

Het zadel (waarschijnlijk Erjeka):

Het balhoofd lager is hetzelfde als mijn transportfiets uit 1924:

Het meest opvallende is de voorvorkkroon:

Nog een paar details: