Transportfiets met hulpmotor

M.H.

Tot ongeveer 60 jaar geleden heeft mijn inmiddels overleden schoonvader gebruik gemaakt van de transportfiets op bijgaande foto’s. De fiets is destijds op een zolder bewaard gebleven, vroeger gooide men n.l. niets weg en alles moest bewaard worden , misschien kon het nog eens gebruikt worden in de toekomst.

Nu naar 60 jaar rust van het rijwiel ben voornemens de fiets te restaureren maar graag zou ik willen weten of iemand mij meer informatie over de fiets kan geven.

De hulpmotor is helaas niet meer aanwezig , zelf denk ik dat de fiets voorzien is geweest van een Ilo F60R blok

Onder in het frame staan de cijfers 112

Op de trappers lees ik de initialen JRC

Wat wel opvalt is dat het achterwiel kleiner en breder is dan het voorwiel

Vooralsnog kan ik verder geen nummers of naamplaatjes ontdekken

Graag zou ik weten om welk merk fiets het betreft en weet iemand welk motorblok onder deze fiets behoord te zitten

Weet iemand het bouwjaar ?

Alle informatie is van harte welkom

Met vriendelijke groet

Paul Kuster

Oldenzaal

0541-510316

12 gedachten aan “Transportfiets met hulpmotor”

  1. Beste Paul.
    Als ik het zo zie lijkt het wel alsof men ooit van een transportfiets en een motor rijwiel, en mogelijk ook nog een gewone fiets, één gemotoriseerde transportfiets heeft samengesteld. Mij is een verhaal bekend van een handige knutselaar die van een afgedankte Peugeot (fiets met hulpmotor) en een transportfiets één rijwiel maakte. Daar zat ook een kleiner achterwiel in gemonteerd dat van de Peugeot af kwam met een groot tandwiel, of poelie, waar de aandrijfriem van het motortje overheen liep. Het geheel dat je laat zien op de foto’s doet me erg daaraan denken. Aan de andere kant lijkt het wel alsof de onderdelen, zoals de ophanging van het motortje en de brandstoftank, speciaal voor deze fiets gemaakt zijn. Je zou met deze fiets naar de Vehicle beurs kunnen gaan met de vraag of iemand iets meer kan vertellen. Daar lopen genoeg freaks rond die beslist meer weten.
    Groeten,
    Roeland.

  2. Hoi Paul,
    Om te beginnen even zeggen wat een prachtig apparaat je daar hebt.
    Het ziet er inderdaad naar uit dat het achterwiel een 26″ wiel is terwijl het een frame is bedoelt voor 28″. Er zijn naven met aan twee kanten tandwielen voor fietsen met hulpmotor gemaakt en het is mijn vermoeden dat er inderdtijd geen zin of geld was om de velg over te spaken dus is het wiel er meteen maar zo in gezet. Het kan ook zijn dat het wiel uit een gemotoriseede bakfiets komt.
    Het voorwiel ziet er uit alsof het uit een toerfiets komt. Is de velg 38mm breed? Dat is een gangbare maat voor een toerfietsvelg en trommelremmen werden niet gemonteerd in transportfietsen.
    Zoals Paul ook al zegt is er in het verleden (en nog steeds natuurlijk) veel afgeknutseld. Daar zijn originele ontwerpen uit voortgekomen en daar zou dit ook wel eens een resultaat van kunnen zijn.
    Maar misschien weten ze bij Vehikel wel meer te vertellen inderdaad.
    Veel succes met de restauratie.
    Groetjes van mij,
    Charles Waagenaar

  3. Wat een mooi wrak. Dat zadel, en die worst tank, prachtig.
    Een kleiner achterwiel geeft bij zo’n combinatie als deze voordelen: de balhoofdshoek wordt iets luier en de naloop grote, beiden goed voor betere rechtuit stabiliteit bij hogere snelheden. Zou best kunnen wezen dat ’t daarom maar zo gelaten is.

  4. Prachtig restauratie object, Paul
    Tot in de jaren vijftig was het niks bijzonders om je fiets/transportfiets/bakfiets te motoriseren met een losse hulpmotor. Voor ” Jan de arbeider” was dit vaak het enige wat betaalbaar was. De fiets had je al, die bracht je naar de fietsenmaker en even later had je een gemotoriseerd rijwiel voor een betaalbare prijs. Vooral in het begin van de jaren vijftig was er heel veel keuze uit hulpmotoren. Die Ilo motor zou best wel eens kunnen zijn gezien de ophang punten. Dat is een 60 cc motor uit de jaren dertig, misschien kun je hierover informatie krijgen bij de VMC (Veteraan Motoren Club). Daar is veel “know how” op dit gebied. Die trommelrem is er waarschijnlijk ingezet omdat het voor fietsen met hulpmotor in de jaren vijftig verplicht werd om twee remmen te hebben. Zo te zien is het een Sturmey Archer trommelrem, bij deze staat op de trommel het bouwjaar ingeslagen (b.v. 08 52 voor augustus 1952). JRC is trouwens de fabrikant van de pedalen, en heeft geen betrekking op het merk van de fiets. Het getal onder de trapas is waarschijnlijk het het nummer van de gietmal waarmee de lug is gemaakt. Framenummers zijn altijd ingeslagen en niet alle fietsen hebben een framenummer (in het algemeen zijn dat producten van de plaatselijke fietsenmaker). Mocht je van plan zijn hem weer gemotoriseerd te maken, hou er rekening mee dat de RDW een merk en framenummer wil hebben. Als er geen nummer aanwezig is doen zij dat en dat kost natuurlijk geld. Met andere woorden; zelf een nummer inslaan en zorgen dat het er oud/origineel uitziet. Eventueel zelf een merk (b.v. een fietsenmaker die in de jaren dertig bestond) verzinnen en voor de keuring op het frame schilderen. (Dit werd ook veel gedaan toen alle bromfietsen op kenteken gezet moesten worden en men had een onbekende fiets met hulpmotor).
    Gr. Erwin

  5. Wat een mooi ding! eigelijk is het zonde om er wat aan te doen,het is gewoon een knutsel kunstwerk!!!! geweldig gewoon zo als dit ooit gemoteriseerd is geweest.
    Groet Ad

  6. heb je trouwens geen foto’s van de tijd dat deze transsporter daadwerkelijk gebruikt werd, dat maakt de fiets nog waardevoller!

  7. Bedankt voor de positieve reacties en tips, het maakt er alles niet eenvoudiger op, óude foto’s heb ik helaas niet , de breedte van de velg voor is 44mm achter 60 mm spatbordbreedte 75mm kortom of een en ander bij elkaar gezocht cq omgebouwd of toch nog iets origineels. De zoektocht gaat verder . verbaasd mij overigens dat zo’n brede achtervelg in de achtervork past indien het een normale transportfiets zou zijn geweest. “creatief waren de fietsenmakers vroeger zeker”

  8. Hallo Paul,

    De voorste steun die voor de hulpmotor gebruikt is, is onmiskenbaar van een ILO F60H. De ILO F60R had andere steunen, maar is qua motor gelijk met de F60H. De achterste steun en tank lijken eigenbouw te zijn.
    Deze motortjes werden in de jaren ’30 verkocht in combinatie met een verzwaard 26” rijwiel, bijvoorbeeld door Juncker, Gazelle en Burgers. Het is dus goed mogelijk dat jouw opa het achterwiel en de motor van zo’n combinatie gebruikt heeft om in zijn transportfiets te bouwen. Het grote tandwiel in het achterwiel hoort bij een 26” wiel 60 tanden te hebben en bij een 28” wiel 70 tanden en zit meestal geschroefd op de naaf.
    Het zadel is een KLM zadel en werd vooral toegepast op hulpmotorrijwielen.
    Persoonlijk zou ik de fiets ook niet restaureren, maar technisch in orde maken, goed poetsen en in de olie zetten. Kost minder, ziet er veel authentieker uit en je hebt er net zo veel plezier van. Immers toen je opa het geheel ombouwde was het waarschijnlijk ook niet nieuw en het is toch al een samenraapsel (met alle respect). Ik kan je eventueel wel aan een motortje helpen.

    Joost

  9. Ik heb deze fiets in 2012 gekocht van Paul Kuster vanwege de voorste steun die voor de hulpmotor gebruikt is. Dit is immers een originele ILO F60H steun waarvan ik nog nooit een tweede gezien heb. De fiets heeft jaren zo in mijn collectie gestaan, omdat ik de “zo uit de schuur” conditie zo mooi vond. Uiteindelijk heb ik de fiets in het voorjaar van 2020 toch rijdbaar gemaakt. Bij het werken aan de fiets viel pas goed op wat voor een samenraapsel het was en hoe “gebruikt” de fiets was. Het voorspatbord is eigenlijk een achterspatbord. Het voorwiel is wel 28×1 ¾, maar de trommelremnaaf is er later ingespaakt, herkenbaar aan de spaaknippels die kleiner zijn dan de gaten in de velg. De voorvork was van een “gewone” fiets. Eén van de vorkpoten was, na ooit gelast te zijn, opnieuw gebroken. Repareren was geen optie , dus is de voorvork vervangen door een transportfietsvoorvork. Het achterwieltandwiel was vast gelast op de naaf. Aangezien het wiel soswieso te klein was heb ik het vervangen door een transportfietswiel, met speciale Durexnaaf met schroefdraad voor het achtertandwiel (afkomstig uit een Gazelle tandem).
    De rechtercrank was al ooit gelast en ook de trapperas was vast gelast in de crank. De trapas was te slecht om te behouden en is vervangen.
    Het zadeldek is ooit vervangen door een rubber dek wat zijn beste tijd allang gehad heeft (gescheurd). Het KLM zadel maakt de fiets ook extra hoog wat bij mijn lengte (1,75m) niet handig is. Dus ook het zadel is vervangen door een in het geheel passend zadel. De tank is duidelijk zelf gemaakt. De tankopening en – dop is gemaakt van verwarmingsbuis o,i.d. me grove duimse draad.
    Van de koplamp was helaas alleen de achterkant aanwezig. De lamp zelf is afkomstig van een tractor of zo, gelet op de dikte bout onder aan de lamp.
    Het is me nu ook duidelijk waarom de voorste steun van een F60H gebruikt is. Daardoor komt de motor hoger in het frame te liggen. Bij gebruik van de originele steunen komen de trappers tegen de motor. Desalniettemin is de kans op enkelschade weldegelijk aanwezig.
    Het is dus duidelijk geen originele combinatie zoals Paul suggereert, maar een echt doe-het-zelf bouwsel. Desalniettemin een leuk stukje volksvlijt, passend in het tijdsbeeld van de jaren ’50, dat het verdient om bewaard te blijven
    Bij het rijdbaar maken heb ik geprobeerd het schuurvondst uiterlijk zo min mogelijk aan te tasten. Dus niets gepoetst of gereinigd wat niet strikt noodzakelijk was.
    Qua motor heb ik gekozen voor een ILO F60R van 1952. Voor de motorsteunen heb ik aanvankelijk steunen gebruikt van de jaren ’30 ILO. ?Uiteindelijk heb ik oorspronkelijke de achterste motorsteun vermaakt tot twee motorsteunen, passend bij het DHZ karakter van de fiets. Het voorspatbord heb ik gefatsoeneerd, zodat het beter past. En de cranks gekromd, om het conflict met de motor te verhelpen.
    Het framenummer is 107071. Is er iemand die dit naar een bepaald merk kan herleiden?
    Typische kenmerken zien de aan het stuur gelaste nokken voor bevestiging van de drager en de vorm van de drager, die verjongd is aan de balhoofdzijde.
    Dit type rek werd toegepast door Gruno, ook kettingblad komt overeen met wat Gruno gebruikte
    Uitlaat zelf gemaakt naar voorbeeld van Gazelles met ILO F60R uit begin jaren ’30.

Laat een antwoord achter aan Joost Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *